Predikatie O.H.Hemelvaart donderdag 14 mei 2015

Goede mensen,

Ik werd op de sporen gezet door een lied. Het was 'Uit uw hemel zonder grenzen' (*) en meer bepaald het openingsvers: 'Uit uw hemel zonder grenzen, komt Gij tastend aan het licht'. Jhwh tast om aan het licht te komen, om zich te tonen zoekt en tast Hij naar licht. Het is als een jonge scheut die uit het zaad opschiet en zich een weg baant door het donker, door de duistere aarde, om zich dan bevrijd te ontkrullen in het volle licht, om dan open te breken en om als bloesem het volle licht te kussen onder de zachte stralen van de ochtendzon. Gij Jhwh, Gij Hemelse Liefde, koestert immers maar één verlangen - zo blijkt -, het verlangen dat wij er op aarde in slagen het 'goede leven' te delen met elkaar. Zo hebt Gij het voorzien, Schepper. Voor u is de Hemel, ons liet Ge de aarde om er gestalte te geven aan het 'goede leven'. Ondertussen omarmt Gij ons in Hemelsblauw, ondertussen voedt Gij ons met Hemelse Dauw. Vrijheid schenkt ge ons om tot voltooiing te komen, tot onze bestemming.

Jezus, die wij nu de Christus, de nieuwe Mens mogen heten. Die Hemels Aardse Mens, die mag plaats nemen aan uw rechterhand. Hij mag bij U wonen. Terecht. Jezus, zo goed als Gij, de beste tussen de sollicitanten. De beste om Verbindende dienaar, verbindende kracht te zijn tussen hemel en aarde. Hij die hoorde hoe uw wil geschiede in de hemel. Hij die het verstond om daarmee geschiedenis te schrijven op de aarde. Jezus de spanboog, het koppelteken tussen u en ons. Jezus de krachtige boog, die altijd gespannen staat om op weg te blijven en uw hemelse droom te realiseren - de bevrijde vernieuwde wereld.

Hij is gegroeid tot wat Hij is, omdat hij met zijn voeten midden de meest slijkerige situaties ging staan. Bij mensen die met modder werden beklad. Hij is Christus geworden door zijn ontmoetingen met mensen die getuigden dat het 'soms zwart werd voor hun ogen'. Hij was bij de mensen die zwarte sneeuw zagen. Bij mensen met een somber bestaan.

Tijdens die ontmoetingen hief hij zijn handen, zijn armen naar de hemel, zoals hij dat ook deed op het kruis; tastend naar licht, biddend om inspiratie, zoekend naar uitwegen, een ingeving a.u.b. om de ommekeer te bewerken. Tijdens die ontmoetingen grasduinde hij in wet en profeten, in psalmen en in zijn eigen inzichten, op zoek naar 'een spoor van licht', op zoek naar de belofte 'het komt goed'. En tegelijk deed hij beroep op de menselijke mogelijkheden, op de solidaire liefdeskracht die ons, mensen, zo eigen is, die in elk van ons gezaaid werd. Solidaire liefdeskracht die Gods tasten nodig heeft om beroert te worden om volledig open te bloeien.

Ja dus, volmondig ja Jezus, gij woont terecht bij Jhwh. Je zal daar altijd zacht landen, de landingsbaan is daar vrij voor jou. Maar ze blijft dat ook hier. Want vliegensvlug bij je bij ons weer thuis. Je bent hier en ginds, want we zijn één en onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aarde en hemel. God en mensen. En jij, jij raakt met de toppen van je vingers tot in de kern van de Hemelse Liefde enerzijds en met de toppen van je andere vingers onze harten anderzijds. Je ben bij de Een en bij de ander. Met jou Jezus is het: het één én het ander, niet het één of het ander.

Daarom waren de mensen van 'het is het één of het ander', het is 'wit of zwart', het is 'man of vrouw', het is 'meester of knecht', het is 'oog om oog, en tand om tand', daarom waren die zo kwaad op jou. Daarom werd je vervolgd, gepijnigd, gekruisigd. Maar. Zalig, gelukkig die om de gerechtigheid worden vervolgd, want voor hen is 'het koninkrijk van de Hemel'. De Hemel, je woonst nu. En hier bij ons een 'pièd- à-terre' .

(*) Uit uw hemel zonder grenzen; (nr 12 in onze bundel)
Uit uw hemel zonder grenzen
komt Gij tastend aan het licht
met een naam en een gezicht
even weerloos als wij mensen.
Als een kind zijt Gij gekomen
als een schaduw die verblindt
onnaspeurbaar als de wind
die voorbijgaat in de bomen.

Als een vuur zijt Gij verschenen
als een ster gaat Gij ons voor
in den vreemde wijst uw spoor
in de dood zijt Gij verdwenen.

Als een bron zijt Gij begraven
als een mens in de woestijn.
Zal er ooit een ander zijn
ooit nog vrede hier op aarde?

Als een woord zijt Gij gegeven
als een nacht van hoop en vrees
als een pijn die ons geneest
als een nieuw begin van leven.

© Huub Oosterhuis
Uit uw hemel zonder grenzen,
Gezang 161

(c) Didier Vanderslycke
 

(ga terug met de <back> knop van je browser)