Met dank aan

Alle godsdiensten krijgen KERKFABRIEK

John DE WIT; 24-02-2005 :
De Vlaamse erkende godsdiensten worden in een nieuw kleedje gestoken. Het Eredienstendecreet wordt volgende week dinsdag (01/03/05) van kracht. Het bepaalt hoe de erkende godsdiensten financieel beheerd worden en hoe Vlaanderen toezicht houdt op de werking van de religies
.

Decreet op eredienst op 1 maart van kracht

België heeft scheiding van kerk en staat. Alle godsdiensten zijn toegelaten en ze zijn allemaal gelijk. Om geld van de overheid te krijgen, moet een godsdienst echter erkend zijn. Dat geldt voor zes religies: de katholieken (58% van de bevolking), de protestanten (150.000 gelovigen), de anglicanen (30.000), de orthodoxen (80.000), de joden (40.000) en de moslims (400.000). De Belgische godsdiensten kosten naar schatting zo'n 580 miljoen euro per jaar aan de diverse overheden samen.

De federale overheid erkent de erediensten en betaalt de wedden en pensioenen uit. De gewesten zijn bevoegd voor het financieel beheer van die erkende erediensten, voor de regels voor de opmaak van een begroting, voor het beheer van het patrimonium, voor het administratief toezicht, voor de verplichtingen van de burgerlijke overheden tegenover de erediensten.

De gemeenten moeten de deficits van de kerkfabrieken - de organen die de goederen én de kosten van de katholieke godsdienst in iedere parochie beheren - bijbetalen en de pastoor een woning geven. Voor de andere godsdiensten zijn er vergelijkbare regelingen. Het decreet dat op 1 maart van kracht wordt regelt al wat niet-federaal is.

Waarom is het decreet nodig?
Mr. Frank Judo, gespecialiseerd in deze materie, ziet drie redenen.
  • "De huidige wetgeving, een decreet van Keizer Napoleon uit 1809, is verouderd. Niemand weet nog wat er precies in staat, maar het is wel oubollig. Zo moet iedere kerk uithangen hoeveel stoelgeld wordt opgehaald per mis en iedere kerkfabriek moet vier keer per jaar iedere eerste zondag van de maand vergaderen na de hoogmis of na de vespers. Dat is dus verouderd.

  • Door het Lambermontakkoord uit 2001 kreeg het Vlaams Gewest het financieel beheer van de erediensten. Men hevelde dit over omdat de Gewesten ook de volledige bevoegdheid kregen over de gemeenten. En de kerkfabrieken hangen daarmee erg nauw samen. Dus wilde men een en ander op elkaar afstemmen. Maar nu zitten we met de koddige situatie dat er nog geen gemeentedecreet is, maar wel een (ondergeschikt) eredienstendecreet. De dochter is er, maar de moeder nog niet!

  • Er moest een regeling komen voor de islam zodat moskeeën kunnen worden erkend."


  • Wat verandert het decreet?
  • "Het model van de kerkfabriek wordt veralgemeend naar alle andere erkende godsdiensten. En bovendien mogen deze organen nog slechts 5 leden hebben (de Joodse 6). Dit is problematisch, want niet alle godsdiensten hebben dezelfde opvatting over wat een kerk is en wat ze moet doen. Zo kent de islam geen vergelijkbare hiërarchie en de protestanten al evenmin, maar deze religies moeten toch het katholieke model overnemen. Wat tot feitelijke schendingen van de vrijheid van godsdienst leidt.
  • De burgemeester verdwijnt uit de kerkfabriek.
  • Leden van een kerkfabriek mogen niet ouder zijn dan 75 jaar. Doorgaans zijn de leden jonggepensioneerden, bv. een gepensioneerde boekhouder die door de plaatselijke pastoor wordt gevraagd om de gelden van de parochie te beheren. Tegen dit onderdeel van het decreet loopt een vernietigingsprocedure bij het Arbitragehof. Probleem blijft bovendien: de pastoors (en de rabbijnen, imams) zelf. Moeten die ook met 75 weg uit de kerkfabrieken? En als dat zo is, is dat dan geen inmenging van de staat in de godsdienst?

  • De kerkfabrieken zullen niet alleen een begroting en jaarrekeningen opstellen, maar ook een meerjarenplan (zes jaar) én een inventaris van hun patrimonium.

  • Vroeger moesten de kerkfabrieken bij elke verkoop van hun eigen goederen en landerijen die inkomsten herbeleggen. Nu moet dat niet meer, ze mogen de gelden van die verkoop gebruiken voor bv. de restauratie van hun kerk.

  • Er komt - naast de kerkfabrieken - één Centraal Kerkbestuur per gemeente. Nu heb je één kerkfabriek per parochie. Vlaanderen telt 1.809 katholieke parochies (op 308 gemeenten) en evenveel kerkfabrieken om de goederen van de parochies te beheren.

  • Niet alle kerkfabrieken zijn rijk. Soms gaat het om een kleine parochie met een neogothische kerk met heel hoge (restauratie)kosten, die door de overheid moeten worden bijbetaald. Als er nog één kerkfabriek per gemeente zou zijn, zoals de PS wilde, dan zouden de rijke kerkfabrieken de armere moeten ondersteunen, wat tot minder geld vanwege de gemeenten zou leiden. Maar dat gebeurde niet.

  • Een gemeente met vier parochies krijgt wel voortaan een Centraal Kerkbestuur. Dat is een koepel van al die kerkfabrieken die de onderhandelingen met de gemeente voert en alle begrotingen en meerjarenplannen van de kerkfabrieken gezamelijk indient bij de gemeenten.

  • Het toezicht wordt anders geregeld. Nù heeft het bisdom toezicht op de kerkfabriek voor religieuze zaken en de provincie voor de burgerlijke en financiële. Dat laatste toezicht wordt vanaf 1 maart gesplitst: de provincie zal alleen nog nagaan of de beslissingen van kerkfabrieken in het algemeen belang worden genomen en of de wettelijke procedure werd gerespecteerd. De gemeente zal het financiële toezicht doen. In principe kan een gemeentebestuur nu iedere beslissing van een godsdienst die iets kost, schorsen. De gemeente wordt rechter (ze kan schorsen) én partij (want ze moet de deficits van de godsdiensten betalen) tegelijkertijd. En dat kan m.i. niet.

  • Inconsequent is verder dat de organisaties van de vrijzinnigen federaal bleven. Zij vallen trouwens onder het privaatrecht en niet onder het publiek recht zoals bij de godsdiensten. Gevolg: op de vrijzinnige organisaties is de openbaarheid van bestuur niet van toepassing."


  • Wat zijn de problemen?
    Men heeft zich weinig fundamentele vragen over de organisatie van de erediensten gesteld. Is het nog een taak van de overheid om die organisatie en werking vast te leggen? Het decreet speelt verder niet in op de ontzuiling. Terwijl in de werkelijkheid de 1.809 katholieke parochies noodgedwongen samenwerken door de daling van het kerkbezoek en van het aantal roepingen - in de bisdommen Doornik, Gent en Antwerpen is minder dan twee derde van het kader bezet - , behoudt het Vlaams parlement nog steeds de indeling in parochies vanuit...1809. Met alle bijkomende administratieve rompslomp. Wat ten slotte deze hervorming extra zal kosten werd niet berekend en de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten zijn nog niet klaar.

    John DE WIT;  © 2005 De Vlijt NV